Meneer heeft zijn hele leven veel gewandeld en was sinds zijn pensioen altijd druk met klusjes in huis of voor vrienden en buren. Naar buiten gaan en wandelen was voor hem een manier om te ontspannen, om te genieten van het leven en de natuur om hem heen. Hij heeft altijd met zijn handen gewerkt en is zoals zijn dochter aangeeft geen ‘binnenzitter’. Zijn dochter woont sinds een aantal jaar aan de andere kant van het land en zij komt twee keer per maand langs bij haar vader.
De heer de Kok wil dagelijks naar buiten en wordt boos als hij dat niet mag. Er wordt een GPS horloge overwogen. Ook wordt deze casus besproken tijdens een moreel beraad, omdat niet alle zorgmedewerkers achter het naar buiten gaan met GPS horloge staan.
Welke werkwaarden komen in deze situatie onder druk te staan?
Wat doet het met je als meneer boos wordt, omdat hij niet naar buiten mag?
Waar zou de boosheid van meneer vandaan kunnen komen?
Welke werkwaarde wordt ingezet als meneer niet naar buiten mag in verband met zijn veiligheid?
Welke werkwaarde wordt ingezet als meneer met een GPS horloge naar buiten mag?
Bij welke werkwaarde past een moreel beraad?
Wat zou je als zorgteam in kunnen zetten om het welzijn van meneer te optimaliseren?