Mw. Alders woont sinds januari 2022 op een woonzorggroep in een verpleeghuis. Mw. heeft in 2020 de diagnose ziekte van Alzheimer gekregen en in september 2019 een ziekenhuis opname gehad i.v.m. CVA en delier.
Mw. wil graag aangesproken worden met Marie en heeft 5 kinderen, 4 zoons en 1 dochter. Ze heeft 7 kleinkinderen en 4 achterkleinkinderen. Deze zijn heel belangrijk voor haar.
Mw. is net voor de oorlog geboren en heeft jong haar ouders verloren. Ze heeft weinig school genoten en is voor haar huwelijk naaister geweest.
Mw. heeft fors probleemgedrag wat zich uit in verbale, fysieke agressie en agitatie.
Mw. gebruikt psychofarmaca.
Vanwege de fysieke onrust slaapt mw. in een tentbed en heeft mw. een plukpak aan voor de nacht. Tevens heeft mw. een optiscan.
Mw. roept de hele dag met luide stem wat vermoeiend is voor mw. en de omgeving. Mw. is stil als er iemand naast haar zit en tegen haar praat.
Welke maatregelen vallen onder de Wet zorg en dwang?
Zijn er interventies te bedenken die hetzelfde doel kunnen hebben en niet onder de Wet zorg en dwang vallen?
Waar zijn de benoemde maatregelen in de casus op gericht en met welk doel?
Welke partijen zijn bij deze casus betrokken?
Wat zijn hun taken in het proces?
(denk hierbij aan zorgverantwoordelijke en arts)
Na hoeveel tijd zullen er opnieuw stappen moeten worden ondernomen volgens de Wet zorg en dwang?
Welke afspraken zou je qua benadering kunnen maken om mw. ontspanning te geven?
Hoe verwerk je de interventies in het cliëntformulier en het zorgplan?
