Meneer reageert geregeld ontremd, bijvoorbeeld door seksueel getinte opmerkingen te maken of plotseling te schelden. Ook kan meneer bij vragen of opmerkingen van een medewerker, hem/haar soms langdurig aankijken. Dit wordt door de medewerkers als intimiderend ervaren.
Medewerkers hebben moeite om het functioneren van meneer juist in te schatten. Zo kan meneer zich de ene dag houden aan de gemaakte afspraken, terwijl deze hem de volgende dag volledig ontgaan. Het team ervaart het gedrag van meneer als beangstigend. Zeker als meneer verbaal agressief reageert of intimiderend is, wordt door medewerkers wisselend op hem gereageerd. Een van de reacties is: ‘Gedraag je, anders moet je terug naar de psychiatrie.’
In 1985 kreeg meneer een ongeval tijdens zijn werk in de bouw, waarbij hij hersenletsel heeft opgelopen. Twee jaar later stelt de neuroloog vast dat meneer lijdt aan epilepsie, waardoor de hersenen verder beschadigd raken.
In 2006 krijgt meneer een CVA. In verband met gedragsveranderingen is meneer opgenomen in een GGZ-instelling, waar hij geen fijne tijd heeft gehad. Vervolgens wordt meneer in 2009 gediagnostiseerd met vasculaire dementie. Dit betekent dat door vier verschillende oorzaken schade aan de hersenen is ontstaan. In zijn zorgdossier wordt dit genoteerd als niet aangeboren hersenletsel (NAH).
Met name het frontale deel van de hersenen is aangetast. Meneer heeft daardoor moeite met het aansturen van gedrag. Dit komt omdat het denkproces en het verwerken van informatie wordt vertraagd. Daarnaast functioneert meneer heel wisselend, wat past bij deze vorm van hersenletsel.
Wat voor effect hebben de verschillende methodes voor het omgaan met agressie op de situatie van meneer Hoekstra?
Wanneer deze methode wordt gebruikt als meneer verbaal agressief reageert, kan dit niet of verkeerd begrepen worden. Bij ontwapenen is taal erg belangrijk. Meneer heeft juist moeite met taal. Hij heeft extra tijd nodig om informatie te verwerken en te begrijpen. Ontwapenen bij seksueel getinte opmerkingen werkt mogelijk averechts. Hiervoor is het belangrijk dat grenzen worden gesteld door het hele team.
Dit is de beste methode om in de situatie van meneer Hoekstra toe te passen. Neem de tijd om met meneer in gesprek te gaan en gebruik de technieken LSD. Onderzoek wat er aan de hand is. Waarom reageert meneer agressief? . Probeer meneer te leren kennen. Kennis van zijn ziektegeschiedenis en verleden geeft inzicht in de mogelijke oorzaak van zijn huidige gedrag. Let wel op dat je objectief blijft kijken naar meneer als persoon. Laat je niet leiden door de verhalen.
De gevoelens en emoties van meneer Hoekstra zijn waarheid. Op het moment dat meneer verbaal agressief wordt, is meneer boos en ervaart een reeks van emoties. Geef meneer de ruimte om deze emoties te uiten. Gebruik hiervoor de techniek ‘voornaam reactiepatroon’.
Kennis over het ziektebeeld en de geschiedenis van de cliënt is erg belangrijk om het gedrag van meneer Hoekstra te begrijpen en hiermee om te gaan. Met deze kennis kan eenzelfde situatie soms heel anders worden ervaren. Een voorbeeld: je weet dat meneer niet staart om te intimideren, maar omdat hij de tijd nodig heeft om de informatie te verwerken. Hoe zou je nu reageren als meneer dicht bij je komt staan en je aanstaart?