Cliënt: Mevrouw de Bruin
Hoe wilt u aangesproken worden: Mevrouw de Bruin
Geboortedatum: 14 maart 1946
Burgelijkestaat: Weduwe
Afdeling: Verzorging
Geboorteplaats: Vlaardingen
Is zij daar ook opgegroeid: Ja
Omschrijving ouders van de Cliënt: Moeder: warm en vriendelijk. Vader: stil en afstandelijk
Beroep van ouders: Moeder: huisvrouw. Vader: haringhandel.
Zijn er broers of zussen: Ja, 2 oudere broers en 1 jonger zusje
Wie van hen zijn er nog in leven en hoe was het contact vroeger: Alleen broer Willem leeft nog, mevrouw had en heeft goed contact met hem. Mevrouw was jaloers op haar jongere zusje.
Sfeer in huis: Arbeidersgezin waar goed voor de kinderen gezorgd werd, maar veel van de aandacht naar de jongste ging in verband met haar gezondheidsproblemen.
Omschrijving jeugd en schooltijd: Mevrouw zat op een gereformeerde basisschool en kon goed leren. Na de basisschool ging mevrouw naar de ULO.
Beroep: Kantoormedewerkster.
Wanneer is zij gestopt met werken en waarom: 23 jarige leeftijd, ging trouwen.
Gehuwd: Ja, 3 mei 1969 met Henk de Bruin.
Overleden partner: Ja in 2008 op 66 jarige leeftijd.
Namen en leeftijden van eventuele kinderen en kleinkinderen: Mevrouw heeft 1 zoon (Stefan de Bruin) geboren op 6 februari 1971 en 1 dochter (Marieke de Bruin) geboren op 18 september 1975. Mevrouw heeft in 1973 een miskraam gehad. Mevrouw heeft 3 kleinkinderen (Henrik, Rolf en Bas). Mevrouw heeft met alle (klein)kinderen een goede band.
Gezinsomstandigheden: Mevrouw heeft het grootste gedeelte van de opvoeding alleen gedaan.
Bijzondere belangrijke gebeurtenissen in het leven van de cliënt: Het geloof heeft een negatieve invloed gehad op het leven van mevrouw. Dochter geeft aan dat mevrouw altijd veel heeft genoten van de vakanties met het gezin, zowel in binnen- als buitenland.
Belangrijke personen: Marieke (dochter).
Onverwerkte gebeurtenissen: Onder dwang naar de kerk. Het krijgen van een miskraam.
Beschrijf het karakter van de cliënt: Zorgzaam en introvert.
Omgaan met veranderingen en moeilijke situaties: Terugtrekken in haar eigen kamer.
Is het karakter van de cliënt door zijn/haar ziektebeeld veranderd: Gedurende haar ziekteproces heeft mevrouw een steeds negatievere kijk op het leven gekregen.
Waar kan zij van genieten: Mooie spullen op haar kamer.
Kenmerkend voor de cliënt of voor ons van belang om te weten: Mevrouw heeft de neiging haar kamer niet uit te willen.
Is er sprake geweest van psychiatrische problematiek: Nee.
Het gedrag van cliënt nu: Somberheid/ passiviteit en terugtrekken op kamer.
Voorkeuren: Mevrouw heeft geen pijnklachten. Loopt zelfstandig met behulp van een rollator.
Aanvullende wensen en behoefte: Bij voorkeur douchen in de avond en ‘s morgens een kop koffie op bed (zie cliëntformulier).
Mevrouw hield vroeger van puzzelen en lezen.
Aanvullende wensen/behoeften met betrekking tot de dagelijkse verzorging: Dochter vindt het belangrijk dat mevrouw haar bril en sieraden draagt.
Mevrouw wil vanmorgen niet uit bed, zij zegt zich niet helemaal lekker te voelen. Ook zegt mevrouw dat ze nog geen koffie heeft gehad. Je bent er zeker van dat de gastvrouw mevrouw koffie en een plakje ontbijtkoek heeft gegeven. Je hoort je collega zeggen: ‘U heeft wel koffie gehad. Kijk maar, het kopje staat er nog’.
Hoe ga jij / gaan jullie om met deze situatie?
Herkennen jullie een vergelijkbare situatie?
Je hebt avonddienst en weet dat Mevrouw de Bruin graag gedoucht wil worden. Helaas gaat het niet lukken omdat je collega ziek naar huis is gegaan. Als je mevrouw naar bed gaat brengen huilt zij en zegt dat zij liever dood zou willen zijn.
Hoe ga jij / gaan jullie om met deze situatie?
Herkennen jullie een vergelijkbare situatie op de afdeling?
Er is een nieuwe activiteitenbegeleider op de afdeling. Hij vraagt aan jou of hij Mevrouw de Bruin mee kan nemen naar een shantykoor. Dit lijkt hem leuk voor mevrouw omdat zij ten slotte uit Vlaardingen (visserijstad) komt. Daarnaast is hem opgevallen dat mevrouw erg veel op haar kamer zit.
Hoe ga jij / gaan jullie om met deze situatie?
Herkennen jullie een vergelijkbare situatie op de afdeling?
Op zondagochtend staat in de huiskamer de kerkdienst aan. De gastvrouw zorgt voor koffie met wat lekkers. Mevrouw de Bruin loopt steeds de huiskamer uit. De gastvrouw brengt mevrouw meerdere keren terug naar de huiskamer en geeft aan dat het fijn is om zo op zondagochtend rustig met elkaar naar de kerkdienst te luisteren. Dan wordt mevrouw opeens boos en moppert onverstaanbaar.
Hoe ga je/ gaan jullie om met deze situatie?
Waar komt de boosheid vandaan?
Herkennen jullie een vergelijkbare situatie op de afdeling?