Op 5 augustus wordt de arts bij mevrouw Beelen geroepen om te kijken naar haar linker been. Haar been ziet rood, voelt warm aan, is fors oedemateus en er zijn enkele vochtige open wondjes. Mevrouw geeft aan dat zij last heeft van jeuk en dat haar been pijnlijk is. De verzorgende heeft haar controles gemeten: T 36. 3 RR 130/55 P 86.
De arts geeft opdracht tot bloedonderzoek, hieruit komen de volgende uitslagen; Leuko’s 10.2, Hb 6.7, MCV 109, Trombo’s 146, CRP 2.1 en BSE 9.
De arts stelt de diagnose Erysipelas. Wondverzorging: Mepitel en los verbinden. De mate van roodheid wordt afgetekend. Ook start mevrouw met Flucloxaline. Afgesproken wordt dat de controles 3x daags worden uitgevoerd.
De voorzitter van de HIP commissie wordt ingelicht, middels: ‘rapportageformulier uitbraakmanagement bij infecties (individuele bewoner/patiënt)’.
Van welke kleurcode is in bovenstaande casus sprake?
Deze code staat voor contactisolatie. Contactisolatie wordt ingesteld als het micro-organisme zich verspreidt via direct contact (vooral handen).
Hieronder vallen de volgende maatregelen:
Deze code staat voor aerogene isolatie. Onder aerogene isolatie wordt ingesteld als het micro-organisme zich verspreidt via de lucht (druppeltjes of aerosolen).
Hieronder vallen de volgende maatregelen:
Deze code staat voor strikte isolatie. Strikte isolatie is een combinatie van contact (direct contact vooral via de handen) en aerogeen (via druppels/via de lucht).
Hieronder vallen de volgende maatregelen: