Dementie, wat is belangrijk?

 

 

Klik hier

Denk alleen of met elkaar over onderstaande vragen.
Klik op het plusteken (+) om het antwoord te zien.
Wat is dementie?

Dementie is een verzamelnaam voor bepaalde verschijnselen die optreden door beschadigingen aan de hersenen*. De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord.

Kenmerkend voor dementie is dat de beschadigingen in de hersenen verergeren en dat iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren.

*beschadiging van de hersenen door:

  • ontstaan ‘plaques’ (neerslag van eiwitten), dit maakt de communicatie tussen hersencellen moeizamer
  • niet meer goed verlopen van het transport van voedingsstoffen door de hersencellen. Uiteindelijk sterft de hersencel.
  • sommige cellen in de hersenen kunnen als tegenreactie overactief en agressief te werk gaan en hiermee het ziekteproces juist versnellen.
  • een vermindert functioneren van de bloed-hersenbarrière, waardoor er meer ‘plaques’ in de hersenen ontstaan.

 

Er zijn verschillende soorten dementie, onder andere ziekte van Alzheimer, Vasculaire dementie, Parkinson dementie en Fronto-temporale dementie.

 

 

Welke fasen in dementie zijn er?

Er zijn 3 fasen te onderscheiden in de ontwikkeling van dementie, deze hebben te maken met de hoeveelheid zorg die een cliënt nodig heeft.

1.      Beginnende/milde dementie, ook wel fase van Bedreigde ik genoemd.

2.      Matig gevorderde dementie, ook wel fase van Verdwaalde ik genoemd.

3.      Ernstig gevorderde dementie, ook wel fase van Verborgen en Verzonken ik genoemd.

De fasen gaan geleidelijk in elkaar over.

Wat voor problemen geeft dementie?

Bij dementie kunnen er gedragsstoornissen ontstaan. Mensen met dementie kunnen zich bijvoorbeeld angstig, depressief, geagiteerd of apathisch voelen. Dit kunnen ze vaak niet goed uitleggen, waardoor er probleemgedrag (voorheen onbegrepen gedrag genoemd) kan ontstaan.

Ook is er soms sprake van (seksuele) ontremming of hallucinaties en wanen. Dit heeft niet alleen invloed op het welbevinden van de bewoner of cliënt, maar ook op zijn omgeving, mantelzorg en het zorgpersoneel.

De geleidelijke achteruitgang maakt iemand afhankelijk van zijn omgeving en dat de zorg en benadering per fase anders is. Daarbij is het zo dat bij dementie gedragsstoornissen kunnen ontstaan.

Denk vervolgens na over onderstaande vragen.
Het antwoord wordt zichtbaar als je de blokken omdraait.

Antwoord

Bij dementie gaan door verschillende processen de hersenen langzaam minder goed functioneren, waardoor er problemen ontstaan met het denken: geheugen, taal, waarnemen en handelen. Deze problemen worden over de tijd steeds erger.

Antwoord

De zorg voor mensen met dementie is afhankelijk van de fase van dementie waarin ze op dat moment zijn. Naarmate het dementieproces vordert, wordt het steeds moeilijker voor de bewoner of cliënt met dementie om duidelijk te maken wat hij voelt en denkt.

Er zijn verschillende methoden om de bewoner of cliënt te benaderen:

  • Realiteitsoriëntatie benadering bij beginnende/milde dementie
  • Valideren bij matig gevorderde dementie
  • ZAO benadering bij ernstig gevorderde dementie

 

Bekijk video

Video
Contact

Verstuur