Casus

 

rollator

Mevrouw Meeuwsen is 79 jaar, lijdt aan Alzheimer en woont op een verzorgingsafdeling. Mevrouw heeft sinds kort een rollator maar zij vindt het maar een lastig ding. In haar kamer loopt zij kleine stukjes zonder rollator. Verder zit mevrouw erg veel in haar stoel in de huiskamer. Het valt het verzorgend personeel op dat het opstaan en gaan zitten steeds moeizamer gaat. Ook als mevrouw met de rollator onder begeleiding loopt heeft zij duidelijk startproblemen. In een gesprekje dat een leerling van de leerafdeling met mevrouw heeft, geeft zij aan dat zij zich zo verveeld. Vroeger was mevrouw Meeuwsen een actieve vrouw.

Miranda werkt als Verzorgende IG op deze afdeling en is betrokken bij het onderzoek naar het effect van bewegingsgerichte zorg. Mevrouw Meeuwsen maakt deel uit van de onderzoeksgroep, daarom worden er met haar doelstellingen beschreven in het beweegplan. Om uit te vinden wat mevrouw Meeuwsen leuk vindt om te doen, gaat zij in gesprek met haar dochter. Mevrouw blijkt voor haar huwelijk in het restaurant van haar oom te hebben gewerkt. Zij heeft altijd gezegd dat zij graag een klein eetcafétje had willen hebben.

Vragen

Wat voor ‘dagelijkse’ bezigheden kunnen jullie voor mevrouw bedenken?
Hoe kan je mevrouw motiveren?
Mevrouw loopt zonder rollator in haar kamer, wat vinden jullie daarvan?
Tijdens de afwas zie je dat de kopjes met een vaatdoekje worden gewassen. Welke methode pas je toe om deze handeling te ondersteunen?
Jouw collega zegt :”Ach die mevrouw hoeft toch niet steeds te helpen.” Hoe reageer je?
       
Voor de teamleider: Medewerkers neigen naar “zorgen voor” in plaats van “zorgen dat”.  Hoe stimuleer je verandering van denken en handelen?
Wat zou je als team kunnen doen aan scholing en deskundigheidsbevordering om de kennis en het belang van functie gerichte zorg te optimaliseren?
Video
Contact

Verstuur